In 2019 ben ik vijf jaar met de banenafspraak bezig.
In de jaren ervoor lobbyde ik nog namens de uitzendkoepel ABU (samen met vele gehandicaptenorganisaties en andere belanghebbenden) tegen de quotumwet. We deden dit uit principiële redenen, uit zorgen vanuit werkgeversperspectief en omdat we bezorgd waren dat andere, verwante doelgroepen buiten boord zouden vallen.
Want ik was altijd tegen smal doelgroepenbeleid. Grenzen zijn slecht te trekken, er ontstaat een nieuw, en vaak onterecht, voorkeursbeleid. Toch liet ik mij verleiden om het “boegbeeld” van de werkgeversorganisaties te worden om de banenafspraak tot een succes te maken.
Daar waren verschillende redenen voor. Voormalig staatssecretaris Klijnsma wees er terecht op dat de doelgroep banenafspraak de mensen zijn, die altijd het kortste strootje trokken. Dat alleen al motiveerde me. Ook was ik blij dat VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland hun sociale taak op de arbeidsmarkt serieus namen en daarbij bleef de mogelijkheid open om het quotum tegen te houden als het project succesvol zou zijn. Maar er speelde nog iets: alles wat ik aan de onderkant van de arbeidsmarkt tot nu toe had gedaan, kon ik nu in een nieuwe rol proberen waar te maken.
Ik geef het maar eerlijk toe. Ik schrok van wat ik aantrof. Wat waren de regels voor werkgevers en doelgroep beroerd! Daarom zag ik het dan ook als onze eerste taak om die regels praktischer te maken. Dat leek me belangrijker dan op een toneel een convenant te tekenen.
Er is in die eerste drie jaar dan ook veel bijgesteld. Om een paar belangrijke te noemen: de no-riskpolis ging voor alle groepen open, VSO/PRO- leerlingen kwamen in het doelgroepenregister en geplaatsten, die iets meer gingen verdienen (maar wel gehandicapt bleven), telden toch mee.
En nu heeft Tamara van Ark het brede offensief gelanceerd. Ze toont een grote ambitie om het voor de moeilijkste groep op de arbeidsmarkt nu eens echt wat makkelijker te maken. Hulde daarvoor. Daarom kijk ik optimistisch dit vijfde jaar in. De doelstellingen uit de baanafspraak werden door het bedrijfsleven sowieso wel gehaald, maar de samenvoeging met de overheid kan een nieuwe boost geven. Voor de doelgroep wordt het aantrekkelijker om te werken. En waar het gemakkelijker wordt, kunnen nieuwe werkgevers beter verleid worden.
Daarnaast een initiatief om ook andere groepen, ver van de arbeidsmarkt verwijderd, perspectief op werk te bieden (POW). Wij pleitten altijd al voor het verbreden van de doelgroep. Dit lijkt daarop. We moeten werkgevers niet in verwarring brengen en doelgroepen tegen elkaar uitspelen. We moeten toch geen leed gaan wegen? Het is tenslotte geen wedstrijdje: wie heeft het het zwaarst op de arbeidsmarkt… Iedereen verdient een kans. Daar gaat het om.
VNO-NCW en MKB Nederland gaan POW in hun eigen organisatie nu een structurele basis geven. Daar ben ik superblij om en ‘Op naar de 100.000 banen’, De Normaalste Zaak en AWVN zullen daar aan bijdragen. Werkgevers in de praktijk laten niet alleen hun sociale hart zien, werkgevers in hun koepel ondersteunen dat nu ook structureel en van harte.
Daarom wordt dat vijfde jaar een begin van een echt nieuwe periode.
Aart van der Gaag
Commissaris van het project ‘Op naar de 100.000 banen’