We werken alweer bijna 10 weken thuis op de vitale/operationele functies na en langzaamaan is begonnen met het stap voor stap heropenen van het gewone leven. Hoopvol nieuws, we kunnen ons gaan voorbereiden op het nieuwe normaal! Dus zijn we allemaal druk bezig met inrichten van onze kantoren, aan het nadenken over wie waarom het eerst terug mag straks en het schrijven van (of volgen van de opgestelde VNO NCW) 1,5 meter protocollen.
Tegelijkertijd zijn we er nog (lang?) niet. Zijn de stappen en de cijfers hoopvol maar is er nog geen vaccin en kan het ook zijn dat we straks weer even een stap terug moeten doen. ‘Zeker weten’ is er niet, een helder perspectief kan even niet worden geboden.
Veel werknemers/medewerkers hebben daar moeite mee. Een deel van die groep komt daar voor uit waardoor collega’s en managers daar op kunnen inspelen. Een (groot?) deel ook niet. Omdat ze zich schamen, leed om hen heen erger vinden, vinden dat ze niet moeten zeuren, het zelf moeten oplossen of aanvaarden en hopen dat het snel weer normaal wordt.
Heeft u nog oog voor die groep werknemers binnen uw organisatie? Bijna 10 weken thuis werken betekent niet altijd dat er gewenning optreedt, dat iedereen zijn/haar draai wel gevonden heeft. Kinderen onder de vier combineren met thuiswerken, is nu eenmaal niet eenvoudig. Primair onderwijs weer open en sporttrainingen hervat, betekent niet dat het er relaxter op wordt met dat halen en brengen. Nog langer thuis moeten werken zonder perspectief als je alleenstaand bent, kan steeds eenzamer voelen. Zorgen om kwetsbare ouders zijn nog niet weg. Het heel druk hebben of juist helemaal niets te doen hebben, kan in beide gevallen leiden tot stress en het gevoel van tekort te schieten. En tot slot onzekerheid over toekomst en bang om werk en dus inkomen te verliezen, voelt als lopen op drijfzand.
En ook al hebben we als werkgever of collega niet alle antwoorden, blijf contact houden en vraag door (open vragen). Merk de signalen op en neem ze serieus. Voor de één is en/of voelt het nu eenmaal zwaarder dan voor de ander. Houd de virtuele borrels in stand, laat aan het eind van een virtuele meeting iedereen z’n camera en microfoon aanzetten zodat men even virtueel kan ‘blijven hangen’ (en merk op wie meteen verdwijnt), ben bewust van wie altijd zijn/haar camera uit heeft staan (of zegt dat de verbinding steeds wordt verbroken), ben creatief in het opzetten van contactmomenten.
Een voorbeeld is een simpel bellijstje waarbij iedereen aan het begin van de week hoort wie hij/zij deze week belt (en zelf word je ook gebeld dus). Zodat je steeds iemand anders aan de lijn krijgt om aan door te vragen of je verhaal aan kwijt te kunnen en bruikbare tips te krijgen of een simpel ‘ja, dat heb ik ook’ waardoor je je niet alleen voelt.
Houd ook je ziekteverzuimverloop scherp in de gaten. Een bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werker spelen ook een belangrijke rol op het vlak van verborgen leed. Zorg dat ze toegankelijk zijn met namen, foto’s en contactgegevens makkelijk vindbaar op intranet.
Als we dat blijven doen met elkaar, komen we niet voor verrassingen te staan als we straks weer allemaal op 1,5 meter aan de slag mogen op kantoor. Dan weten we wie er het beste als eerste kan beginnen en wie het nog wel even volhoudt. Dan weten we wie als laatste terug wil (omdat hij/zij tot de risicogroep behoort bijvoorbeeld). Dan hebben we ál onze mensen scherp, zonder verborgen leed en kan met iedereen (voor zover mogelijk) de doorstart weer gemaakt worden straks!
Astrid Jonker
VNO-NCW Rotterdam & Regio Rijnmond
Voorzitter HRM Expertgroep