Column
Audrey Keukens, voorzitter VNO-NCW West
Eind vorig jaar, 2020, spraken we verwachtingsvol over duurzaam herstel na de coronacrisis. Iedereen wilde de schouders eronder zetten. Zo snel mogelijk terug naar ‘normaal’. Niemand voorspelde dat we een jaar later weer met oplopende besmettingen, overvolle ic’s en beperkende coronamaatregelen zouden zitten. Het is een grote domper.
Keer op keer wordt een beroep gedaan op de veerkracht, het doorzettingsvermogen en de solidariteit van ondernemers. En hoewel we regelmatig moedeloze leden aan de lijn hebben, zit het gelukkig in de aard van ondernemers om toch telkens op zoek te gaan naar oplossingen voor moeilijke situaties. Zij voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van hun bedrijf, hun medewerkers en steeds vaker ook voor de samenleving in haar geheel. En daar werken zij dag en nacht voor.
Dan is het extra moeilijk te constateren dat het imago van het bedrijfsleven in ons land verslechtert. Vervuiling op productielocaties, verhuizing van hoofdkantoren en eindeloze flexcontracten, om maar een paar voorbeelden te noemen, worden breed uitgemeten in de pers en doen natuurlijk geen goed. Het is daarom van levensbelang te laten zien wat het bedrijfsleven wel goed doet. Want dat is heel veel! Vooral in de directe omgeving van een onderneming.
De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Dat is een uitgelezen kans om niet alleen onze wensen voor een beter ondernemingsklimaat kenbaar te maken, maar ook om te laten zien hoe het bedrijfsleven samen met de overheid zich inzet voor brede welvaart in de regio. Of het nu gaat om het in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, schuldhulpverlening aan medewerkers, investeringen in duurzame energiebronnen of ‘gewoon’ zorgen dat je mensen hun baan behouden; ondernemers, vertel wat je doet! Dat zal anderen inspireren en vergroot het vertrouwen in ondernemers, ook van de lokale politiek. Dat kunnen we in deze nieuwe lockdown goed gebruiken.