Rob van Leeuwen (50), eigenaar van bedrijf Hof Catering, wil verduurzamen. Door de klanten bewust te maken van de CO2-uitstoot per evenement, hoopt hij dat zij kiezen voor een duurzamere keuken. Het gaat hem niet om de winst, maar om de impact en wil hierom zijn nieuwe plan graag delen met andere cateringbedrijven. “Ik kan Nederland niet veranderen, maar ik kan wel iets doen.”
door Tristan van Oorschot
Hof Catering beheert bedrijfsrestaurants en verzorgt de catering van bedrijfsfeesten, congressen en evenementen. Er werken 16 vaste medewerkers en 7 zelfstandige professionals (ZZP’ers). Rob van Leeuwen is al jaren betrokken lid van VNO-NCW Den Haag en van het VNO-NCW DGA Netwerk Zuid-Holland. Hij heeft voor onze werkgeversvereniging onder meer de galadiners verzorgd. Sinds kort brengt Van Leeuwen de CO2-footprint, of in zijn sector CO2-FOODprint, van al zijn cateringopdrachten in kaart. Tijdens de nieuwjaarsreceptie van VNO-NCW op 10 januari was deze print 1.86 kg CO2 per gast. Dit staat gelijk aan 14 kilometer autorijden op een snelheid van 80 kilometer per uur, ofwel 65 procent van een gemiddelde warme maaltijd. Een relatief duurzame borrel en dat was maar goed ook, want minister Kaag kwam spreken over de sustainability goals van de Verenigde Naties. De gasten kregen Haags duinwater, gewoon uit de kraan en Europese wijn in plaats van wijn uit het verre Chili. En de soepen en sauzen werden gemaakt van groenten die leverancier Instock ophaalt in de supermarkten omdat ze onverkoopbaar zijn geworden.
Hoe bereken je die FOODprint?
“Sinds 2004 regelen wij de catering voor het ministerie van Financiën en leveren wij sinds 2012 daarbij een duurzaamheidsverslag. Nu willen wij aan elke klant laten zien hoe duurzaam hun eten is. Dit doen wij door de CO2-uitstoot per gast uit te rekenen aan de hand van drie factoren. Ten eerste kijken we naar de hoeveelheid afval. We willen zo min mogelijk voedsel verspillen. Ten tweede kijken we naar de samenstelling van gerechten. Plantaardige eiwitten zorgen voor minder uitstoot dan dierlijke bijvoorbeeld. Ten derde kun je kiezen voor duurzamere ingrediënten. Rund, varken, kip, vis, insecten en groenten en fruit is de aflopende volgorde in CO2-uitstoot. Door de CO2-foodprint van verschillende assortimenten inzichtelijk te maken, kan de klant kiezen hoe duurzaam hij de catering wil hebben. We zullen vast kritiek krijgen op de manier van meten, maar daar word je beter van. Het delen van deze meetmethoden met anderen is essentieel, want zo wordt de impact groter.”
Waarom ben je destijds een cateringbedrijf begonnen?
“Mijn ouders hebben altijd al in de levensmiddelen gezeten, dus de basis voor een cateringbedrijf had ik al van jongs af aan. Zij hadden zelf een supermarkt (Van Leeuwen Comestibles) in Den Haag, die ik uiteindelijk overgenomen heb. Het werd hip om een keuken in een winkel te bouwen en eigen gerechten te maken. Hieruit is voortgekomen dat ik uiteindelijk in 1997 een traiteur begon die zich al snel exclusief richtte op partycatering. Sindsdien heeft het aantal werknemers gevarieerd tussen de 10 en 118. Voorheen was Hof Catering een gemixt bedrijf dat ook schoolkantines exploiteerde, maar sinds 2016 zijn we ons specifiek gaan richten op contractcatering van bedrijfsrestaurants en party’s. Deze verandering is doorgevoerd omdat de uitvoering van beide takken van sport te ver uit elkaar kwam te liggen. Nu zijn we gespecialiseerd, wat de kwaliteit ten goede komt. Daarnaast kreeg ik te veel klanten, waardoor ik slechts bezig was met managen. Uiteindelijk ben ik ook een jongen van de vloer. Een vrachtwagen laden en lossen en zelf gerechten voorbereiden vind ik ook heerlijk om te doen. Die diversiteit is wat mijn baan zo leuk maakt.”
Wat onderscheidt jullie catering van andere cateringbedrijven?
“Allereerst zijn wij gefocust op de keuken. De kwaliteit van het eten is het belangrijkst. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar een cateringbedrijf krijgt met veel meer aspecten te maken. Behalve voor het eten kunnen we ook verantwoordelijk zijn voor de dranken, de aankleding en de gastvrijheid. Die andere aspecten besteden wij vaak uit. Wij hebben goede samenwerkingsverbanden. Dit betekent ook dat wij lage overheadkosten hebben. Dat is belangrijk omdat wij actief zijn op een markt die conjunctuurgevoelig is. Naast de kwaliteit zijn wij dus sinds kort ook actief bezig met de duurzaamheid van het eten. We hopen binnenkort een nieuwe klant binnen te halen, ‘Hotel, Notel’, die ons vanwege de duurzame keuken interessant vindt. ”
Kun je stellen dat de mate waarin je duurzaam bent, afhangt van de vraag van de klant?
“Gedeeltelijk heb je gelijk. Opdrachtgevers zijn leidend, maar wij willen hen wel beïnvloeden, zodat wij ook goede cijfers kunnen afleveren. Ik kan Nederland niet veranderen, maar ik kan wel iets bijdragen aan de duurzaamheid. Dat de winst gaat dalen is acceptabel, want we hebben in 2018 een goed jaar gehad. De continuïteit van het bedrijf is natuurlijk belangrijk, maar de kans om vanuit een missie en visie te mogen werken is minstens zoveel waard. Dat is wat dit werk zo leuk maakt en zolang ik mijn werk leuk vind blijft de continuïteit ook gewaarborgd.”