

Van fiscaal jurist via televisieproducent naar lobbyist voor de tuinbouwsector. Het is een gevarieerde carrière die Eveline Herben (54) heeft doorlopen, en er komt alweer een nieuwe uitdaging aan: het Europese Parlement. Herben heeft zich verkiesbaar gesteld namens het CDA: “Vanuit de lobbypraktijk zag ik dat het beter kan.”
Door Tristan van Oorschot
Waarom heb je je verkiesbaar gesteld?
“Ik ken zowel het Nederlandse bedrijfsleven als de Brusselse arena. Door mijn werk als belangenbehartiger voor de bloemensector bij de EU heb ik over veel zaken een mening gevormd. Ik vind dat de uitvoering het doel soms voorbij streeft. Daar waar een gelijk speelveld wordt beoogd, schieten regels verder door in de nationale uitvoering.. De evaluatie van de effectiviteit van regelgeving wordt door de Commissie vaak uitgesteld. En je moet steeds zoeken naar een goed evenwicht tussen wat op Europees niveau en wat nationaal geregeld moet worden. Soms ontbreekt het aan coherente regelgeving en ontstaan er tegenstrijdigheden. Als Europarlementariër kan ik bijdragen aan verbeteringen in het Europese beleid.”
Kun je een voorbeeld noemen?
“Een goed voorbeeld is een taskforce van de EU om de landbouw in Afrikaanse landen te verbeteren, zodat ze zelfvoorzienend worden en meer handel kunnen drijven. Meer welvaart daar betekent ook minder migranten naar Europa. Echter, tegelijkertijd legt de Europese Commissie bij een ander beleidsonderdeel importregels met te strikte beperkingen op, waardoor de handel met die Afrikaanse landen juist wordt belemmerd. Als Europarlementariër wil ik dit soort tegenstrijdigheden aankaarten en bestrijden.”
Ben je al lang lid van het CDA?
“Ongeveer vijf jaar, niet heel lang dus. Toch zit christendemocratisch denken in mij. In het midden van het politieke spectrum zit de nuance en de verbinding. Het geschreeuw op de flanken gaat ons niet verder brengen. Op dit moment weten teveel mensen te weinig over wat de EU doet. Dat zorgt voor veel meningen zonder verdieping. Ook Nederlandse politici dragen hieraan bij door snel de schuld te leggen bij de EU. Iedereen, wel of geen politicus, moet verantwoordelijkheid pakken. Ik zou daarom ook iedereen willen oproepen te gaan stemmen.”
Als je in het parlement zit, welke zaken voor het Nederlandse bedrijfsleven ga je dan als eerste oppakken?
“Ik zal altijd inzetten op een gelijk speelveld. Dit is soms niet alleen op Europees niveau nodig, maar ook wereldwijd. Neem het verduurzamen van de maritieme sector. Als we de CO2 in de zeescheepvaartsector willen terugdringen, zullen we globaal afspraken moeten maken.
Ook vind ik het belangrijk dat de regelgeving van de EU de Nederlandse handel beschermt, bijvoorbeeld bij import van producten van Chinese onlinewinkels die niet aan de consumentennormen van de EU voldoen.
En we zitten met de Brexit. Nederland profiteert van de grote Europese markt. Een harde Brexit maakt veel sectoren, waaronder de grote Nederlandse bloemensector, kwetsbaar. Ik hoop niet dat het tot een harde Brexit komt, maar als dit het geval is, dan moeten er toch nieuwe handelsafspraken komen. Daar zal ik bovenop zitten in het belang van de Nederlandse ondernemers, bijvoorbeeld dat het Verenigd Koninkrijk zoveel mogelijk de EU-standaarden blijft volgen.”
Dit zijn ambitieuze doelen voor een parlementslid stel ik mij voor….
“Je zal altijd de samenwerking moeten zoeken met andere politieke partijen in het Parlement. Processen kunnen lang duren. Het is belangrijk om te weten op welk moment je wat kan doen. En het moet gaan om resultaat, niet om politieke ijdelheid. Uiteindelijke kan je dan de mammoettanker, als beeld van een EU-besluitvormingsproces, iets afbuigen.”
Wat vind je van de bezetting in het parlement?
“Er zijn veel beroepspolitici en idealisten. Het is goed om uit eigen ervaring te weten waar een ondernemer tegenaan kan lopen. Een goed voorbeeld is de verduurzaming. Politici lijken nog wel eens te vergeten wat nodig is voor een switch naar een duurzamere bedrijfsvoering. Een ondernemer weet welke grote investeringen daarmee gemoeid zijn en wat er binnen welke termijn mogelijk is.”
Een politieke campagne met je rol in het bedrijfsleven lijkt moeilijk combineren…
“Dat klopt. Ik heb het nu ook even heel druk, maar bij de bloemenveilingen weten ze ook dat dit belangrijk is. Het is nu zaak dat ik mijzelf laat zien en dat kost veel tijd. Desalniettemin vind ik het de moeite waard omdat de EU belangrijk voor ons is. De beste waarborg voor vrede, veiligheid en vrijheid van leven en welzijn van burgers zijn ook voor het bedrijfsleven van belang. Niet alleen de welvaart van de interne markt. Maar we moeten ook kritisch blijven op het functioneren van de EU. In Nederland is nog steeds 86 procent van de bevolking voor een verenigd Europa, maar ook de EU moet zich aanpassen aan ontwikkelingen in de samenleving. Er wordt meer duidelijkheid verlangd, richting en slagvaardigheid. De EU is die zin hetzelfde als een bedrijf en moet zich altijd blijven ontwikkelen.”
Er zijn twee ondernemers in het werkgebied van VNO-NCW West (Noord- en Zuid-Holland) die zich verkiesbaar hebben gesteld voor het Europees Parlement: Emily van de Vijver (43) op plek 5 van de D66-kieslijst en Eveline Herben (54) op plek 9 van de CDA-kieslijst.