Al ruim vijfentwintig jaar dé specialist voor transport naar Italië. Nu staat alles stil voor Lievaart Expeditie. Het bedrijf is gezond genoeg om te overleven, denkt adjunct-directeur Rob Voogd, lid van VNO-NCW Westland-Delfland, maar hij maakt zich grote zorgen over de economische gevolgen voor zowel Nederland als Italië. “Zo kan het niet langer. De bodem komt in zicht.”
Tekst: Pieter van der Meulen
“Het enige voordeel is dat de prijs voor dieselolie per liter twintig cent goedkoper is geworden. Nadeel daarbij is dat we niet echt kunnen profiteren omdat we niks te rijden hebben.” Lachen kan Voogd nog wel, maar het perspectief voor de komende tijd is somber. Lievaart transporteert planten en bloemen naar Italië. Toen in februari de eerste besmettingen in dat land werden geconstateerd, konden in eerste instantie leveringen gewoon doorgaan. “Tot de eerste week van maart eigenlijk. Toen waren we met vier wagens onderweg en mocht de helft wel uitladen, de andere helft moest terug. We hadden het niet slechter kunnen treffen.”
‘De situatie in Italië is schrijnend, het zal nooit meer hetzelfde zijn’
Van De Lier tot Sicilië“De eerste week konden we nog wel groenten naar Zuid-Duitsland en Zuid-Frankrijk rijden. Vanwege het hamsteren konden we daar de transporteurs aanvullen. Dan reden we van daar leeg door naar Noord-Italië om ladingen wc papier, pasta en plastic verpakkingen op te laden. We proberen alles om aan klussen te komen. Op AGF.nl, het nieuwsmedium voor de Nederlandse en Belgische AGF-handel, hebben we een oproep geplaatst die er op neer kwam dat iedereen die iets te rijden heeft tussen De Lier en Sicilië zich bij ons kan melden. Het heeft wel een paar ritjes opgeleverd, maar het droogt steeds meer op.”
Nooit meer hetzelfdeVanwege zijn banden met Italië kreeg Voogd in vroegtijdig stadium door hoezeer het coronavirus het leven ontwrichtte. “Voordat het hier was, waarschuwde ik mensen in mijn omgeving. Dit stopt niet bij de grens. De situatie in Italië is schrijnend. Maar als je eerlijk bent, kan het zo niet langer. Een land helemaal op slot, dat is niet vol te houden. Vooral in het Zuiden komt de bodem in zicht, mensen hebben niks meer. Dan verandert de mentaliteit en komen er toch zaken weer op gang. Ik maak me grote zorgen over hoe Italië het hierna oppakt, dat land zal nooit meer hetzelfde zijn. Wij doen al tientallen jaren zaken in Italië en in het begin ging het daar juist hartstikke goed. De laatste tien jaar is een drama, daaraan zijn de politieke omstandigheden vooral debet. Rutte zei het goed: deze crisis is de ergste sinds de Tweede Wereldoorlog. Kijk eens hoe lang het heeft geduurd en wat ervoor nodig is geweest voordat we daarvan waren hersteld.”
‘Een land helemaal op slot, dat is niet vol te houden’
Ieder voor zich“Voor ons is op dit moment lastig dat we geen uitzicht hebben. Als je perspectief hebt, kan je inschatten wat de kosten gaan zijn. Dat is ook belangrijk voor je debiteurs. Je hoeft geen wiskundige te zijn om uit te rekenen dat dit ons veel gaat kosten. Maar hoeveel is onduidelijk. Pasen kunnen we vergeten, we richten onze pijlen op Moederdag. Of dat realistisch is zal moeten blijken. Iedere week dat het langer duurt, hebben we minder om weer in te halen. Ik ben wel positief, maar het wordt steeds moeilijker. En eigenlijk hebben we het hier nog relatief goed. Je kan nog naar het tuincentrum bijvoorbeeld. Wij hebben nog wel dingen te doen, je zal in de horeca zitten dan ga je echt van honderd naar nul. Hoe dit de transportsector in de toekomst beïnvloed is moeilijk. Wij doen een land, dus zijn in dat opzicht kwetsbaar. Maar het is ook wat ons onderscheidt. We zijn een gezond bedrijf, dus kunnen het wel even uithouden. Misschien dat we ons in de komende jaren meer op andere opdrachten en landen richten, dan spreiden we het risico wat meer. Maar dat gaat dan van het bordje van iemand anders. Ik verwacht dat de transportpartijen die de laagste prijzen rekenen het eerst omvallen. Wij volgen wel hoe het bij andere bedrijven gaat. In slechte tijden steunen mensen elkaar, maar in onze sector kijkt iedereen vooral naar zichzelf. Iedereen probeert dat ene vrachtje weg te kapen, het is ieder voor zich. We hebben wel contact met elkaar en we zien dat het in andere landen precies hetzelfde. We moeten goed nadenken over de vraag hoe lang het vol te houden om de boel dicht te houden.”