11 mei 2021

‘Het voelt heel eenzaam en ook oneerlijk’

Vorig jaar werd hij verkozen tot Agrarisch Ondernemer 2020. Nu vecht Rob Baan (65) voor het voortbestaan van zijn veelgeprezen Koppert Cress. Een ondernemer in de buitencategorie,’ volgens de jury. Met ook een bedrijf in de buitencategorie. En daar zit nu juist het grootste probleem bij het overleven in coronatijd. Generieke regelingen werken niet voor unieke bedrijven.   

 Door Hans Oerlemans

Koppert Cress had vóór corona een verwachte omzet van 40 miljoen euro, 300 medewerkers en wereldwijd 70.000 restaurants als klant. Net als het assortiment microgroenten was ook het bedrijf kerngezond met een sterk managementteam en een innovatieve R&D-afdeling. Rob Baan zou het  rustiger aan gaan doen.

Nu draait het bedrijf amper een kwart van de ‘normale’ omzet. Met pijn in het hart werd afscheid genomen van 150 flexwerkers en vaste krachten van wie sommigen al jaren in dienst waren. Om de zaak overeind te houden, is hard gesneden in wat het bedrijf zo uniek maakte. “We zijn uitsluitend nog een productiebedrijf. Zelfs onze duurzame ambities hebben we gedeeltelijk moeten opgeven. Investeren in gasloos verwarmen en ledverlichting is nu simpelweg veel te duur.”

EHEC-crisis
Rob Baan herinnert eraan hoe premier Rutte begin maart 2020 verklaarde dat het kabinet alle bedrijven die toen gezond waren, uit de crisis zou financieren. Vijftien maanden later staat Koppert Cress vooral dankzij rigoureus inkrimpen en privévermogen nog overeind. Regelingen als de NOW hebben het bedrijf zeker geholpen, maar de steun was en is volstrekt onvoldoende.

 “Generieke maatregelen werken goed voor bedrijven die keurig binnen de kaders passen. Wij vallen daarbuiten en dat los je alleen op met maatwerk, maar daar is geen ruimte voor. Bij elk loket waar we aankloppen met ons verhaal, wordt ‘nee’ verkocht of er komen idiote voorwaarden waaraan niet te voldoen valt. Banken stellen extra zware eisen voor aanvullend krediet.”

Zelfs een ‘ondernemer van de buitencategorie’ kan geen crisis overwinnen waarbij van staatswege de complete afzetmarkt wordt gesloten. Dit is geen normaal ondernemersrisico. “De EHEC-crisis (E.colibacteriën – red.) in 2011 was voor ons een wake-up call. We zijn sindsdien voorbereid op allerlei soorten verstoringen van de markt. Maar op dit scenario valt niet te anticiperen.”

Producten weggooien  
Rob Baan noemt voorbeelden van de mismatch tussen de corona-regelingen en de praktijk van Koppert Cress. “We hebben in 2020 voor vijf miljoen aan producten moeten weggooien. Onze plantjes stoppen niet met groeien als de markt inzakt. De overheid heeft een noodfonds ingesteld om bedrijven in de tuinbouw te compenseren voor verliezen bij het doordraaien van producten. Het was vooral bedoeld voor de sierteeltsector, maar die wist de afzet snel te herstellen. Ook wij hebben een beroep op het fonds gedaan. Uiteindelijk kregen we na allerlei berekeningen een compensatie van 700.000 euro bij een schade van vijf miljoen.”

Dat is nog niet alles.  Het fonds kon in 2020 tot 600 miljoen uitkeren. Daar is maar 150 miljoen van benut. “Ik heb gevraagd nog een keer een beroep op het fonds te mogen doen. Mijn schade loopt veel langer door dan bij de siertelers. Het antwoord was nee, het fonds is en blijft gesloten.”

Een ander voorbeeld is de tegemoetkoming vaste lasten (TVL). Koppert Cress kreeg in Q4 van 2020 een bedrag van 90.000 euro uitgekeerd, terwijl de vaste lasten twee tot drie miljoen bedroegen bij nul omzet. “Ik ben lang niet de enige die met de rug tegen de muur staat. Geloof me, het is een bloedbad. Je hoort ondernemers nauwelijks nog klagen, maar dat is juist een slecht teken. Dan gaat alle energie zitten in overleven, tot het doek valt.”   

Intensive care
Koppert Cress is actief in de foodservice voor de gastronomie (hotels, restaurants, catering, cruises). “De beslissers bij de banken en de overheid kennen deze sector niet. Dat merk je aan alles. We krijgen suggesties als: begin een webshop voor particulieren of ga leveren aan supermarkten. Maar Albert Heijn en Jumbo hebben hun handen vol aan de extra corona-omzet. Ze krimpen het assortiment eerder in, dan dat ze uitbreiden.”  

“Wij zijn geen KLM, maar binnen de tuinbouw is Koppert wel net zo’n iconisch bedrijf. Iedereen in de sector kent ons. De minister van Landbouw was hier. Ik leid delegaties rond van over de hele wereld. Maar nu het erop aankomt, geeft niemand thuis. Dat voelt heel eenzaam en ook oneerlijk. De top van Albert Heijn incasseert forse bonussen, terwijl ondernemers in de foodservice zich in de schulden steken en hun huis verkopen om niet failliet te gaan. Sommige sectoren profiteren enorm van de crisis, terwijl andere op de intensive care liggen. We zullen het wel overleven, maar vraag niet hoe.”

‘Het voelt heel eenzaam en ook oneerlijk’