Tamara van Ark is staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aart van der Gaag is commissaris van het project ‘Op naar de 100.000 banen!’ dat werkgevers informeert en inspireert rond de Banenafspraak. Sinds kort werken ze samen om voor 2026 125.000 nieuwe banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking.
De voortgang van de Banenafspraak verliep de afgelopen jaren volgens plan. Tot en met 2018 zijn er 51.956 banen voor mensen met een arbeidsbeperking gerealiseerd, terwijl de doelstelling 43.500 was. “Een indrukwekkende prestatie, maar nog altijd staat meer dan de helft van de mensen uit de doelgroep aan de zijlijn,” stelt Van Ark. “Aantallen klinken abstract, maar een baan is meer dan een getal. Elke baan erbij is iemand die de kans krijgt – en grijpt – om mee te doen.”
Breed Offensief
Van Ark heeft een ‘Breed Offensief’ ingezet dat het voor alle werkgevers, zowel ondernemers als de overheid, makkelijker moet maken om mensen met een arbeidsbeperking te vinden en aan te nemen. Het Offensief kent vier pijlers. Ten eerste moeten werkgevers en werkzoekenden elkaar beter kunnen vinden. Daarnaast moet het hele proces voor werkgevers eenvoudiger worden gemaakt. Met de beste intenties gemaakte wetten en regels zorgden voor een te ingewikkeld systeem, bijvoorbeeld rond loonkostensubsidie of de inzet van jobcoaching. Ten derde wil het Breed Offensief bijdragen aan permanent werk en als laatste moet het aantrekkelijker gemaakt worden voor de doelgroep om een baan te accepteren.
Loonwaardebepaling
De staatssecretaris wil gemeenten en UWV de ruimte geven om het samen eenvoudiger te maken, maar tegelijkertijd gemaakte afspraken waarborgen. “De werkprocessen rond loonkostensubsidies worden gestroomlijnd. Zo wordt één manier van loonwaardebepaling vastgesteld. Ja, er blijven verschillende aanbieders, maar die passen wel dezelfde manier toe. Dat schept duidelijkheid.”
Aart van der Gaag is voorzichtig positief over de doelstellingen van het Breed Offensief. Elke verbetering leidt immers tot meer werkgevers die mee willen doen. Maar: “de Banenafspraak is onderdeel van de Participatiewet en de uitvoering is grotendeels gedecentraliseerd. Dat maakt het niet makkelijk om tot eensluidende oplossingen te komen. Werkgevers moeten niet gestraft worden als ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. In tegendeel: het moet een feestje zijn.”
Overheid loopt achterMarktwerkgevers lopen tot nu toe ver voor op de doelstellingen. Overheidswerkgevers blijven achter. Van Ark wil dat overheidswerkgevers hun aandeel in de Banenafspraak pakken: “De overheid staat aan de lat en moet aan de gang.” Toch wordt het onderscheid tussen marktwerkgevers en overheidswerkgevers opgeheven. Beide partijen worden samen verantwoordelijk voor het behalen van 125.000 nieuwe banen.
Dit leidt tot bezorgdheid onder werkgevers. Als de doelstelling door het tekortschieten van de overheidssector niet wordt gehaald, worden dan ook ondernemers geconfronteerd met quota of boetes? “Die zorgen neem ik serieus,” zegt de staatssecretaris. “Maar er waren goede redenen om het onderscheid op te heffen: het ging meer over de manier van tellen dan over de banen. Het tellen zelf was administratief complex. Daarnaast kwam een discussie over inbesteding op gang. Ik verwacht dat er nu meer banen voor de doelgroep gecreëerd worden.”
Om de prestaties van de overheid te verbeteren heeft Van Ark afspraken gemaakt met de minister van Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk is voor de overheid als werkgever. Ook vroeg ze Van der Gaag om overheidswerkgevers de komende jaren te ondersteunen. Als commissaris van het project ’Op naar de 100.000 banen’ was hij tot nu toe namens ondernemersverenigingen VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland actief om ondernemers te ondersteunen bij het voldoen aan de Banenafspraak. “Marktwerkgevers hebben geweldig gepresteerd,” complimenteert Van Ark. “Dat kan ik niet duidelijk genoeg uitspreken. Daar ben ik echt dankbaar voor.”
Versnelling creërenVan der Gaag wil voor overheidswerkgevers doen wat hij de afgelopen jaren ook gedaan heeft in de marktsector. Het begint met een coalition of the willing en het verzamelen van inspirerende verhalen. “We willen de projectleiders die er mee bezig zijn ondersteunen. Sommige overheidssectoren doen het al goed. Ik noem de provincies als voorbeeld. Door afdelingen en sectoren van elkaar te laten leren, brengen we een versnelling op gang.”“Aart heeft laten zien hoe het kan”, zegt Van Ark. “Ik heb de afgelopen jaren van dichtbij meegemaakt hoe ‘Op naar de 100.000 banen’ het inclusieve vuur heeft aangestoken. Juist omdat de marktsector zo goed heeft gepresteerd, nemen we daar graag een klein beetje een voorbeeld aan.”